Loes en Egbert Dommering:

Een kunstverzameling als extensie van jezelf

Ook de muren van hun huis weten wat een kunstverzameling is. De vorige bewoner had een belangrijke verzameling Luceberts, Loes en Egbert Dommering bouwen vanaf de jaren 70 aan een omvangrijke collectie eigentijdse kunst. En toeval of niet, een van hun eerste aankopen was een tekening van Lucebert. Tekeningen, dat is de basis, we kopen ze nog steeds. We zijn geen sculptuurverzamelaars, dat is toch een ander ras. De tekening is het begin van de beeldende kunst, een soort van seismografische registratie. Juist in de particuliere verzameling komt dat goed tot zijn recht, in alle intimiteit. In de particuliere verzameling hoeft niet altijd fanfaremuziek te klinken. In ons huis willen we kamermuziek.

Zien jullie jezelf als verzamelaar? Op een zeker moment zijn we tot de vaststelling gekomen dat we dat inderdaad zijn. We hebben een verzameling; dat is een extensie van je zelf en toont hoe je je tot de wereld verhoudt. De relatie met de buitenwereld is het brandpunt. Als je in je verzameling de gevoeligheid daarvoor hebt en die voortdurend test, dan ben je verzamelaar.

Ze hebben hun collectie zichtbaar gemaakt door de uitgave van een boek, Imaginair Museum. Om de afbeeldingen te zien moet de lezer de pagina’s opensnijden. Zo ontvouwt de collectie zich letterlijk. Je kunt nooit alles wat je hebt bij elkaar zien, maar zo wel, als een imaginair museum. We wilden een verbinding leggen tussen onze collectie en de geschiedenis van de moderne kunst. Het is uiteraard heel subjectief. Het is onze kunst in ons huis, en die kunst verbindt ons met onze buitenwereld. Het boek dwong ons alles te ordenen. Zo kom je tot de ontdekking dat er meer of juist ook andere lijnen zijn die je daarvoor niet zag. Kunst koop je altijd intuïtief en pas achteraf vallen de dingen in een verband. Als je dat verband dan ook nog kunt verklaren, door dit boek bij voorbeeld, dan wordt alles wat je gekocht hebt een collectie. Een collectie is niet vanzelfsprekend. Ik heb veel bijzondere werken gezien, maar waar is de collectie, zei ooit een kunsthistoricus over een particuliere collectie.

Het is moeilijk aan te geven wat de kern is van onze collectie. Het doek van Constant hoort daar zeker bij. Daar zit heel veel in dat later terugkomt, bij hem en bij ons. De twee schilderijen van Per Kirkeby natuurlijk, de laatste grote meester van de moderne kunst. We hebben ook een mooi doek van John van ’t Slot (je zou een interessante studie kunnen schrijven over kunstenaars die na hun 50e uit de aandacht verdwijnen). Van de nieuwe generatie is Yael Bartana belangrijk. Zij is de eerste die videokunst als zelfstandig werk heeft neergezet. Uiteraard na Bruce Nauman, maar die hebben we helaas niet.

Videokunst is een belangrijke pijler in de collectie. Hun eerste aankoop was het werk van Bartana. We zagen het op de Open Dagen van de Rijksakademie. We vonden het zo bijzonder dat we het meteen gekocht hebben. Op de bovenverdieping van ons huis hebben we een ruimte ingericht, met een goede geluidsinstallatie en een scherm. We ontvangen daar geregeld groepjes van 10 tot 12 mensen die we vooraf een toelichting geven en bijna altijd volgt er ook een gesprek. We vertellen ook over de schilderijen en tekeningen, maar daar kijken mensen toch vluchtiger naar.

Ze hebben met het Gemeentemuseum Den Haag een langdurige samenwerking. In zaal 19 van het museum is elke twee maanden een andere video te zien uit hun collectie. Voorlopig voor drie jaar. Het Gemeentemuseum heeft zelf vrijwel geen video’s en heeft ons gevraagd. Het is uniek dat in een museum de video’s vanuit de verzamelaar getoond worden. We hebben een lijst van voorlopig 10 werken die het publiek zullen aanspreken. Eerst Bartana, daarna Guido van de Werve. En natuurlijk The Nuclear Football van Korpys/Löffler, een van de kernwerken uit onze collectie.

Loes Dommering is oud-advocaat

Egbert Dommering is hoogleraar informatierecht

Gepubliceerd in Museumtijdschrift nr. 4, juni 2010




Terug naar overzicht