De gorilla draagt een bruidssluier

Haar onderwerp heeft ze een kwartslag gedraaid. Was haar eigen portret lange tijd haar uitgangspunt, Elly Strik heeft die gestaltes nu een masker opgezet. En wel dat van een gorilla. Daarmee boort ze nieuwe betekenislagen aan. De figuren die haar schilderingen bevolken krijgen er een functie bij. Ze worden metafoor voor een overgang van mannelijk naar vrouwelijk, van natuur naar cultuur, van passief naar actief. En terug. Er is een proces van transformatie gaande bij elk van die uitvergrote figuren. En als kijker ben je er rechtstreeks getuige van. Omdat de gemaskerde bruiden en meisjes de kijker zo frontaal aankijken, zich opdringen bijna, word je dwingend meegevoerd naar een wereld van verhalen.

Elly Strik (1961) toont in de projectzaal van De Pont in Tilburg elf enorme werken op papier, formaat 3 bij 2 meter ongeveer. Het papier is dik, oningelijst op de wand geprikt. Strik kreeg een zaal voor haarzelf. En voor haar verhaal. Haar werk heeft een haast on-Nederlands vertellend karakter.

De gorilla die in dit recente werk zo aanwezig is, ontleent ze aan de Guerilla Girls, een groep van feministische vrouwen die in de jaren ’80 tentoonstellingen verstoorden als die te weinig werk van vrouwelijke kunstenaars toonden. De vrouwen droegen maskers en verscholen zich achter namen van met name dode vrouwelijke kunstenaars als Gertrude Stein en Frida Kahlo.

Tegelijk verwijst het gorillamasker ook naar de film King Kong uit 1933. Een van de werken draagt de titel Fay Wray, naar de vrouwelijke tegenspeler van de filmaap. De derde laag in dit aan betekenis rijke werk is die van het bijbelse verhaal van Salomé. Als beloning voor haar wervelende danskunst vraagt deze prinses haar vader het hoofd van Johannes de Doper. En dat krijgt ze, op een schaal. De schoonheid van de kunst wordt betaald met wraak, glorie raakt aan ondergang, het vrouwelijke aan het mannelijke.

Een van haar mooiste werken op deze tentoonstelling is Spreek, vrouw, wat zal ik je schenken?, een geciteerde tekst van Heinrich Heine. We zien het lichaam van een vrouw met het masker van de gorilla, de archetypische man. Ze draagt een bruidssluier die met de rechterarm wordt opgeheven, als een man die zijn bruid de drempel overdraagt en zijn domein binnenvoert. De vrouw spreekt in de rol van een man, maar de vraag is retorisch. Want de man is hier vrouw en de vrouw is man. En wat kan je de ander anders schenken dan je zelf?

Hoe raadselachtig de verschijning ook mag zijn, Strik heeft haar/hem voorzichtig , kwetsbaar geschilderd. Daardoor krijgt de figuur iets vertrouwds en zachts. De ruimte er omheen is abstract en merkwaardig violet van kleur. Het licht speelt langs de gave, lange benen waarop de tint subtiel verschuift. De sluier is van net voldoende dichtheid om het lijf te verhullen. De stof is aanraakbaar, je hoort het bijna ruisen. Maar als je het gevoel krijgt dat die voorzichtige, verleidelijke gestalte je naar zich toe trekt, dan is het de gorilla die je weer afstoot. In die balans verkeert het werk van Strik.

In haar laatste schilderijen toont ze reusachtige pauwenveren, waar ze de ogen uit weggehaald heeft. Alleen mannelijke pauwen hebben veren met ogen. Met die weglating (Castration heten beide werken) transformeert ze het mannelijke in het vrouwelijke. Als je het oog letterlijk wilt nemen: het kijken verandert in bekeken worden. En dat voegt het idee van wellust toe aan dat wat zich aanbiedt om bekeken te worden.

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, bijlage Persoonlijk, februari 2006




Terug naar overzicht