Een Gesamtkunstwerk

 

 

Beeldend kunstenaar Jozef Peeters (1895-1960) leefde in zijn eigen schilderij. In zijn Antwerpse huurappartement beschilderde hij alle wanden en plafonds naar zijn strenge modernistische opvattingen. Ook het meubilair en de lampen ontwierp hij zelf. Zo schiep hij een Gesamtkunstwerk waarin hij met zijn gezin woonde. Dochter Godelieve is er na de dood van haar ouders blijven wonen, wakend over de collectie van haar vader en het bijzondere huis waaraan niets veranderd mocht worden. Op een keuken na dan, die in 1995 moest worden gemoderniseerd, omdat het echt niet anders kon. Dat is dan ook de enige vloek in dat prachtige vroeg-twintigste-eeuwse interieur. In 2009 stierf ze; per testament liet ze het volledige interieur na aan de stad Antwerpen.

Peeters was een volbloed modernist die zich verwant voelde met Mondriaan. Hij was actief in de Antwerpse avant-garde waarvan Paul van Ostayen prominent deel van uit maakte. Maar veel succes had hij niet. Hij voelde zich miskend en besloot in 1927 te stoppen. Geestverwante kunstenaars verdwenen naar het buitenland, zijn vrouw werd ernstig ziek, hij moest voor de kleine kinderen zorgen en hij verkocht niks. Vanaf dan ging hij zijn huis beschilderen in abstracte kleurvlakken die de eigenlijk kleine ruimtes omtoverden tot prachtige leefruimtes. Elke centimeter werd benut. Hij construeerde een inklapbaar bureautje dat, naar andere kant uitgeklapt, een toilettafel met spiegel werd. Voor zijn vrouw ontwierp hij een rolstoel, beter: een leren rolfauteuil met houten wieltjes die precies in de deuropeningen paste. Zelfs voor de 20-delige encyclopedie bedacht hij een prachtig kastje waarin de boeken precies pasten. Een jaar later kwam het eerste supplement uit: Peeters stampvoette van woede. Zo nauw kwam het.

 

Gepubliceerd in Museumtijdschrift, 2014

 

 




Terug naar overzicht