De onbedwingbare tijd

Bergbeklimmen als kunst Voor de Bredase beeldend kunstenaar Loek Grootjans is de maand mei een belangrijke stap vooruit. In tweevoudig opzicht. Hij heeft geheel in eigen beheer een boek uitgebracht dat dient als een lopende expositie van waar hij mee bezig is. Het boek is geen samenvatting, noch een verslag. Het brengt een aantal krachtlijnen aan het licht waar zijn werk uit voortkomt. Het boek, getiteld A lot, is ten doop gehouden in zijn vaste galerie in Goes, galerie Van den Berge. Tegelijk stelt hij deze maand een selectie uit zijn werk tentoon in galerie In situ in Aalst (België) en dat zou wel eens een doorbraak kunnen zijn in het Europese kunstcircuit. De Aalster galerie is een opmerkelijke plek. Het is een galerie die vooral internationaal georiënteerd is en bijgevolg op beurzen in Europa haar kunstenaars brengt. Dat is natuurlijk wat een echte galerie moet doen: investeren in de kunstenaars van wie ze de belangen behartigt. En echte belangenbehartiging houdt in het presenteren op die plaatsen waar het werk naast ander werk van belang komt te hangen. Daar worden betekenis en dus waarde bepaald. Een internationaal opererende galerie brengt het werk in een andere context en dat is voor de kunstenaar in kwestie altijd een belangrijk moment. Binnen afzienbare tijd is werk van Loek Grootjans te zien Bilbao, Londen, Keulen en is het aanwezig op de kunstbeurs van Zürich. Hij presenteert in Aalst drie grote friesvormige doeken, twee reeksen van elk vijf kleine doeken (in de maat van 30 x 40, de maat die ons optimaal een kleur laat waarnemen) en 24 aquarellen uit de immer uitdijende reeks Cabinet for replica reversa. Aquarellen van hem verdragen het niet goed helemaal afgescheiden van de andere gezien te worden. Eén aquarel is mooi, maar geeft pas betekenis en bedoeling prijs in de samenhang met de rest van het werk. Zo’n grote reeks oogt als een volledigheid die tegelijk nooit volledig en af is. Want altijd is er weer een nieuwe stijlfiguur denkbaar die dezelfde boodschap op andere manier in beeld brengt. Het is de steen in de vijver. Concentrische cirkels die blijven komen en verdwijnen. Daar lijkt zijn werk ook over te gaan. Het is een voortdurende positionering in de onbekende ruimte. De wereld is oneindig, althans voor het individuele menselijke brein. Het is de kunstenaar die de onbegrensdheid in kaart probeert te brengen door te meten, te tellen, te delen. Elke handeling met penseel en (water)verf versterkt enerzijds de witte eindeloosheid van papier of doek en trekt anderzijds heel overwogen sporen die de ruimte voor ons, kijker, overzichtelijk maken. Hij aquarelleert 72 stippen in nuances van groen, 9 rijen in de breedte, 8 in de hoogte. Hij tekent een moleculaire structuur, een labyrint, cirkels, allemaal manieren om via de gevoeligheid en de stilte van de aquarelverf zowel tijd als ruimte in beeld te brengen. Tijd en ruimte, dat zijn in zijn kunstopvatting twee coördinaten die de positie van de mens bepalen. Het zijn twee wezenlijke manieren om de worsteling om het bestaan in beeld te brengen en de strijd tegen het vergeten te winnen. Dat heeft hij gemeen met de bewonderde Franse schrijver Georges Perec (1936-1982), wiens teksten soms letterlijk in Grootjans’ werk aanwezig zijn. In ieder geval is het van eenzelfde artistieke mentaliteit. Perec schreef een roman waarin niet een keer de klinker e voorkomt! Iets vergelijkbaars deed Grootjans in zijn schilderkunst: hij sloot zich een maand lang op in het volkomen duister teneinde het innerlijk op te schonen en kleur daarna helemaal opnieuw te kunnen waarnemen. Het zijn exercities die aan de basis liggen van waar het in kunst om kan gaan. Het artistieke middel tot op de bodem uitproberen levert niet direct een kunstwerk op, maar legt wel de mentaliteit bloot die echte kunst eigen is. Dat spreekt ook uit zijn boek. Het is geen afbeelding of geen verslag van zijn werk, het is vooral zelf een beeld. Een autonoom beeld. Het bevat teksten van o.a. Elly Stegeman (De Beyerd), Luk Lambrecht (Vlaams criticus) , Lex ter Braak (De Vleeshal in Middelburg), beelden van zijn werk en een interessant Sugar Mountain Project. Loek Grootjans is behalve kunstenaar ook alpinist en in zijn beleving is dat hetzelfde. De beklimming van een berg is een metafoor. Het is het eeuwige verlangen om over de dingen heen te kijken, om in ongeziene werelden te zijn en om je in de witte oneindigheid een plaats toe te eigenen. De top van een berg en het bezig zijn met kunst, het is een gevecht tussen alles en niets dat zich afspeelt in een onbedwingbare tijd.

Gepubliceerd in BN/De Stem, 1999




Terug naar overzicht